Ha talentje,
Je vroeg of je opleider even naar je curriculum vitae wilde kijken want het grote werk gaat bijna beginnen: het leven als chirurg. Natuurlijk doe ik dat; graag zelfs, want een opleider heeft niets liever dan zijn pupil vlekkeloos landt op een uitdagende werkplek in een fijne chirurgische vakgroep. Het is in je jonge leven nu al een curriculum om stil en nederig van te worden: naast een promotieonderzoek afgerond in 2014, begeleid je drie promotietrajecten, ben je (mede-)auteur van 32 wetenschappelijke artikelen, vertegenwoordigde je regionaal de chirurgen in opleiding, regiseer je cabaretvoorstellingen, was je zangeres in een professionele partyband, speel je graag toneel en piano, ben je graag zorgverbeteraar en daarnaast ook nog eens moeder. En o ja, ook niet onbelangrijk in het chirurgische vak: je handen staan handig. De rode loper wordt toch wel voor je uitgerold, met of zonder mijn suggesties!
Roderick.
Helaas Roderick,
De enige rode loper die ik vooralsnog zie is het donkerrood verschoten vloerkleed in het gangpad van de rijdende jonge klaren-bus. Binnenkort stap ik in, gezellig bij mijn 150 evenzo getalenteerde voorgangers. Ik leerde in korte tijd alvast de spelregels, bedoeld om te voorkomen dat je bij voorbaat al in een depressie schiet:
1. Bereid je voor op minstens drie jaar onzekerheid; 2. Leer het speelveld kennen: weet wie waar zit en wie wanneer weer vertrekt; 3. Accepteer een reistijd van twee uur per dag; 4. Niet piepen over de onmogelijkheid van een parttime dag; 5. Niet zeuren als je niet conform de cao wordt betaald; 6. Houd rekening met een plan B; en 7. (de meest gehoorde) Ga uit van je eigen kracht. Kortom: hard werken, concessies doen, en de moed niet verliezen. Gelukkig zijn we allemaal übermenschen met een behoorlijke aanpassingsstoornis, dus dat moet voor ons niet al te lastig zijn. Trouwens, moest jij niet eens met pensioen?
Heleen