Om erachter te komen in hoeverre een patiënt kan mobiliseren wordt er op de D5 gebruik gemaakt van mobiliteitskaarten. Deze kaarten hebben een duidelijke kleurcodering (groen, geel, oranje en rood) waar een mobiliteitsniveau aan gekoppeld is. Zo betekent een groene kaart dat de patiënt zelfstandig kan mobiliseren en rood betekent dat de patiënt alleen onder begeleiding van professionals mag mobiliseren. Daarnaast kan worden aangegeven hoe ver een patiënt kan lopen, bijvoorbeeld door het hele ziekenhuis of alleen op de kamer.
Judit Polet (verpleegkundige Ouderengeneeskunde) is erg enthousiast over het initiatief: “De kaarten zijn te vinden aan het bed van de patiënt. Zo is in één oogopslag te zien hoe de patiënt kan en mag mobiliseren. Wanneer een verpleegkundige een patiënt helpt zonder het dossier door te hebben gelezen, hoeft diegene dus niet eerst navraag te doen bij een collega maar kan hij of zij de patiënt direct helpen met mobiliseren. Dit werkt niet alleen sneller, maar ook veiliger. De teksten op de mobiliteitskaarten (‘loop regelmatig een stukje’) stimuleren om vaker te lopen. Zo is voor de familie ook zichtbaar dat mobiliseren gestimuleerd wordt en welke afstand hun familielid ongeveer kan lopen.”
